Het taalgebruik in België is in principe vrij en wordt sinds 1831 gewaarborgd door Artikel 30 en 129 van de Belgische Grondwet die de taalvrijheid grondwettelijk beschermen. "Het gebruik van de in België gesproken talen is vrij; het kan niet worden geregeld dan door de wet en alleen voor handelingen van het openbaar gezag en voor gerechtszaken."
De wetgever mag slechts in een beperkt aantal domeinen de taalvrijheid inperken. Artikel 30 en 129 van de Grondwet sommen die op: de handelingen van het openbaar gezag; de gerechtszaken; de bestuurszaken; het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen; de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel; de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen.
Wat zegt de Wet op
Mede-eigendom?
De VME heeft geen keuzevrijheid wat
betreft de taal in dewelke zij haar officiële
documenten opstelt.
De taal in dewelke documenten en communicatie van de Vereniging van Mede-eigenaars moeten worden opgesteld, wordt volledig bepaald door de wettelijke voorschriften en de taal van het gebied waarin het gebouw gelegen is.
Hierin wordt aangegeven dat communicatie in verband met de mede-eigendom moet plaats vinden in de taal of talen van het gebied waarin het gebouw gelegen is.
1. De reikwijdte van Art. 3.96 in de
context van de Mede-eigendom
Artikel 3.96 van het Burgerlijk Wetboek stelt
dat communicatie van de VME naar mede-eigenaars moet gebeuren in de taal van
het taalgebied waarin het gebouw zich
bevindt.
BW Art. 3.96 - Taal: " Een mede-eigenaar kan, op zijn verzoek, een vertaling verkrijgen van elk document met betrekking tot de mede-eigendom uitgaande van de vereniging van mede-eigenaars, indien de bedoelde vertaling dient te gebeuren naar de taal of een van de talen van het taalgebied waarin het gebouw of de groep van gebouwen gelegen zijn. … "
Dit betekent dat alle officiële documenten van de VME, zoals verslagen van de algemene vergadering, statuten, en belangrijke aankondigingen, opgesteld moeten worden in die taal. De wetgeving rond mede-eigendom wil hiermee de rechten van alle mede-eigenaars beschermen en zorgen dat informatie duidelijk en toegankelijk is in de gebruikelijke taal van het gebied. In de praktijk betekent dit dat officiële documenten, verslagen en beslissingen die uitgaan van de VME opgesteld moeten worden in de taal van de regio.
Dit artikel richt zich dus voornamelijk op de interne documenten en correspondentie binnen de VME, en minder op de gerechtelijke procedures in dewelke individuele mede-eigenaars betrokken kunnen raken. Er is dus een onderscheid in de wetgeving tussen communicatie binnen de VME en juridische procedures die voortvloeien uit geschillen.
Franstalige traditie in Vlaanderen
In het verleden, met name vóór de invoering
van de moderne taalwetgeving in België,
was het Frans vaak de dominante taal in
juridische en administratieve documenten,
zelfs in Vlaanderen.
Dit was vooral het geval in steden zoals Knokke, Brugge of Gent, waar een invloedrijke Franstalige elite aanwezig was.
De statuten in het Frans voor een gebouw gelegen in Vlaanderen zijn vaak het resultaat van een combinatie van historische factoren, interne praktijken binnen de mede-eigendom of verzoeken van Franstalige mede-eigenaars. Deze praktijk was zeker algemeen gangbaar voor de VME's in de kustzone waar talrijke franstalige mede-eigenaars uit het binnenland aanwezig waren. In deze regio waren de syndici dan ook gewoon om hun verslagen van algemene vergaderingen eveneens in een franstalige versie op te stellen. Heden zijn deze praktijken verleden tijd.
Echter, de Vlaamse wetgeving legt een strikte naleving van de taalregels op, en deze documenten moeten in principe vertaald of opgesteld worden in het Nederlands om juridisch geldig te zijn.
2. Recht op vertaling
Het recht op vertaling in de Belgische wet
op de mede-eigendom, zoals vastgelegd
in artikel 3.96 van het Burgerlijk Wetboek,
bepaalt dat een mede-eigenaar op verzoek
een vertaling kan krijgen van elk document
dat door de Vereniging van Mede-eigenaars
wordt uitgegeven, zoals notulen, verslagen
en statuten.
Deze vertaling moet beschikbaar zijn in de taal of een van de talen van het taalgebied in dewelke het gebouw zich bevindt. De kosten van de vertaling zijn ten laste van de vereniging van mede-eigenaars.
- Toepassing op VME-documenten: Het recht op vertaling geldt specifiek voor documenten die vanuit de VME aan de mede-eigenaars worden verstuurd.
- Taal van het Gebied: De vertaling moet gebeuren naar de taal (of één van de talen) van het gebied waar het gebouw gelegen is. In eentalige gebieden (zoals Vlaanderen) betekent dit een vertaling naar het Nederlands, terwijl in sommige Brusselse gemeenten beide talen (Nederlands en Frans) mogelijk zijn vanwege de tweetaligheid.
- Geen invloed op gerechtelijke procedures: Deze regel is bedoeld voor interne communicatie van de VME en heeft geen invloed op de taal van gerechtelijke procedures waarin mede-eigenaars of de VME betrokken kunnen raken.
Concreet betekent dit:
- In Vlaanderen: Alleen vertalingen naar het Nederlands zijn mogelijk.
- In Wallonië: Alleen vertalingen naar het Frans zijn mogelijk.
- In het Duits taalgebied: Alleen vertalingen naar het Duits zijn mogelijk
- In Brussel: Vertalingen in het
Nederlands en Frans zijn mogelijk, gezien
de tweetalige status van bepaalde
gemeenten. Tweetalige gemeenten
bevinden zich uitsluitend in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, waar het Frans
en het Nederlands een gelijkwaardige
officiële status hebben.
Opgelet: faciliteiten maken van een gemeente geen tweetalige entiteit. De administratie blijft geregeld door de officiële taal van het gebied. Deze faciliteiten stellen inwoners van taalminderheden in staat om: - Administratieve documenten in hun eigen taal te ontvangen.
- Met de lokale autoriteiten in hun eigen taal te communiceren.
- Toegang te krijgen tot bepaalde openbare diensten, zoals onderwijs, in hun eigen taal
- Geen verplichting voor andere talen: de VME is niet verplicht om vertalingen te voorzien in niet-officiële talen van België, zoals Engels.
Het faciliteitenregime is een uitzondering op de algemene regel van eentaligheid in de taalgebieden van België en is bedoeld om de rechten van taalminderheden in specifieke gebieden te beschermen.
3 . Wanneer is een vertaling nodig?
Het recht op vertaling, zoals vastgelegd
in artikel 3.96 van het Burgerlijk Wetboek,
is bedoeld voor situaties waarin de VME
documenten opstelt in een andere taal dan
de taal van het gebied waarin het gebouw
ligt. Bijvoorbeeld:
- Als de statuten en/of RIO in een andere taal zijn opgesteld
- Voor offertes, brieven van derden of leveranciers opgesteld in een andere taal.
- Als de VME in een Nederlandstalig gebied om welke reden dan ook documenten opstelt in een andere taal, kan een Nederlandstalige mede-eigenaar een vertaling in het Nederlands eisen, aangezien dit de officiële taal van het gebied is.
- In Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar beide talen officieel zijn, kan een mede-eigenaar een vertaling vragen in de andere officiële taal van het gebied (dus van Frans naar Nederlands of omgekeerd).
4. Gerechtelijke procedures en taalkeuze
Gerechtelijke procedures zijn doorgaans
niet gebonden aan het taalregime van een
VME, maar eerder aan de taalwetgeving in
de gerechtelijke arrondissementen. In Brussel
kunnen zowel Nederlands- als Franstalige
rechtbanken zaken behandelen, en partijen
kunnen in bepaalde omstandigheden
een taalwijziging aanvragen, mits dit
gebeurt volgens de toepasselijke regels
en jurisprudentie. In Vlaamse of Waalse
arrondissementen gelden eentalige regels
voor procedures, afhankelijk van het
taalgebied.
Een gerechtelijke procedure verschilt dus in aard en juridische context van de interne communicatie binnen een VME. Wanneer een mede-eigenaar een geschil heeft met de VME en dit tot een gerechtelijke procedure leidt, kan hij mogelijk een andere taal kiezen als hij dit tijdig en volgens de juiste procedure aanvraagt. Deze mogelijkheid is sterker aanwezig in een tweetalig gebied zoals Brussel, waar de rechter meer ruimte heeft om taalwijzigingen toe te staan.
Een gevaarlijke rechtspraak
De heer I., mede-eigenaar van een eigendom beheerd door kantoor CN, werd door de vereniging gedagvaard vanwege openstaande provisies en lasten.
Ter herinnering: de voorschotten (provisies) zijn de vooraf gevraagde bedragen (opvragingen) aan de mede-eigenaars om toekomstige uitgaven te dekken, terwijl de lasten de werkelijke en effectieve (historische) uitgaven zijn die door de mede-eigendom worden gemaakt voor de werking en het onderhoud van het gebouw.
In eerste aanleg, tijdens de zitting in maart 2024, werd hij veroordeeld bij verstek tot betaling van de achterstanden en kosten. Na deze uitspraak ging de heer I. echter in hoger beroep en vroeg om een taalwijziging naar het Frans, daarbij beroepend op zijn rechten zoals vastgelegd in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Beslissing van de Rechtbank
De rechtbank erkende het recht van de heer
I. om een taalwijziging te vragen ondanks
het feit dat hij in eerste aanleg verstek liet.
In het vonnis verwijst de rechtbank naar het
Grondwettelijk Hof en eerdere rechtspraken,
waarin gesteld wordt dat een gedaagde
ook in hoger beroep kan verzoeken om een
taalwijziging, mits hij of zij dit tijdig doet.
In haar oordeel keurde de rechtbank de taalwijziging goed, waarmee de zaak werd doorverwezen naar de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel. De rechter bevestigde tevens dat de eerder gedane verklaringen en stukken door de appellant aan het dossier blijven verbonden, waardoor het proces zonder vertraging hervat kan worden in de nieuwe taal.
Juridische en kritische analyse
van de situatie
In een tijdperk waarin Google Translate en
AI taalbarrières aanzienlijk verkleinen, kan dit
vonnis voor velen verrassend overkomen.
Toch benadrukt het de inspanningen
van het Belgische rechtssysteem om de
rechten van individuen te beschermen in
taalgevoelige zaken. Door het recht op een
eerlijk proces te koppelen aan de keuze van
de taal, toont de rechtbank een sterke inzet
voor rechtszekerheid en toegankelijkheid
van het gerechtelijk systeem.
Toch zien sommigen, waaronder wijzelf, in het verzoek om een taalwijziging een vorm van proceduremisbruik, bedoeld om het proces te vertragen. De keuze van de rechtbank om het individuele recht op een proces in een begrijpelijke taal te verdedigen, wordt boven de efficiëntie van de procedure en boven het algemeen belang, namelijk dat van de VME geplaatst. Het proberen uitstellen van financiële verplichtingen door procedurele middelen te gebruiken, is niet alleen juridisch, maar ook moreel en gemeenschappelijk onaanvaardbaar.
Deze beslissing, die de inning van achterstallige betalingen door de VME vertraagt, is des te onbegrijpelijker omdat deze mede-eigenaar niet eens aanwezig was op de zitting en al bij verstek veroordeeld was. Zijn afwezigheid bij de zitting, gecombineerd met zijn betalingsachterstanden, lijkt te wijzen op een totaal gebrek aan interesse en respect voor de mede-eigendom en zijn verplichtingen.
Wanneer een mede-eigenaar zijn provisies/ voorschotten/opvragingen of lasten/ afrekeningen niet betaalt, moeten de andere leden van de VME dit tekort compenseren. De syndicus zal daarom genoodzaakt zijn het bedrag van de opvragingen van de andere mede-eigenaars te verhogen. Dit vonnis creëert een oneerlijke en belastende situatie, vooral voor de mede-eigenaars die hun verplichtingen wel nakomen.
Dit roept een cruciale vraag op: wat is de toekomst van mede-eigendommen als ze worden verzwakt door het herhaaldelijke gebrek aan respect van sommige mede-eigenaars? Het is des te schokkender dat deze wanbetalers blijven profiteren van collectieve diensten – verlichting, schoonmaak, beheer door de syndicus, en zelfs verwarming – zonder financieel bij te dragen, terwijl anderen hun verplichtingen wel nakomen.
Dergelijk gedrag kan het financiële evenwicht en het beheer van mede-eigendommen ernstig in gevaar brengen. Als de VME haar betalingen aan leveranciers (voor verlichting, schoonmaak, verwarming, onderhoud van liften, enz.) niet kan nakomen, kan dit leiden tot het stopzetten van essentiële diensten of een verslechtering van de leefomstandigheden in het gebouw.
De syndicus, die optreedt namens de VME, wordt gedwongen deze complexe situaties te beheren, wat de administratieve lasten verhoogt en mogelijk extra kosten genereert voor alle mede-eigenaars.
De Specifieke Context van Brussel
De situatie in Brussel is uniek omdat het een
tweetalig gebied is waar zowel Nederlands
als Frans officiële talen zijn. Dit maakt het
mogelijk voor een procespartij om in een
gerechtelijke procedure te kiezen voor een
andere taal, mits dit binnen het kader van de
Belgische taalwetgeving en mensenrechten
valt.
Deze beslissing is uiteraard beïnvloed door het feit dat Brussel als tweetalig gebied geldt, waardoor beide talen officieel zijn en burgers meer flexibiliteit hebben in hun taalkeuze bij gerechtelijke procedures.
In Vlaanderen zou een dergelijke uitspraak wellicht minder waarschijnlijk zijn, aangezien Vlaanderen een strikt eentalig gebied is met het Nederlands als enige officiële taal voor gerechtelijke procedures en administratieve zaken. In Vlaamse rechtbanken zouden verzoeken tot taalwijziging naar het Frans doorgaans afgewezen worden, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, zoals wanneer fundamentele rechten (bijvoorbeeld het recht op een eerlijk proces) in het gedrang zouden komen.
Er bestaan echter juridische waarborgen op basis van Europese mensenrechtenverdragen die, in sommige gevallen, taalrechten boven nationale regelgeving kunnen stellen. Indien een persoon in Vlaanderen zou kunnen aantonen dat zijn recht op een eerlijk proces wordt geschonden door taalbeperkingen, zou een rechter in theorie de mogelijkheid kunnen overwegen om een vertaling toe te staan, maar dit zou zeer uitzonderlijk zijn.
De uitspraak is dus te verklaren door een combinatie van de tweetalige status van Brussel en de fundamentele rechten van de betrokken persoon. De Belgische taalwetgeving stelt voor mede-eigendommen strikte regels op voor de taal van documenten, maar heeft geen directe invloed op de taal waarin een gerechtelijke procedure kan worden gevoerd, vooral niet in Brussel waar beide talen officieel zijn.
Info
Mevr. Dominique Krickovic
Directeur UVS (Unie van Syndici)
Info
Mme Dominique Krickovic
Présidente UDS (Union des Syndics)