Wat mag ... een syndicus kosten?

Aan het kwaliteitsvolle beheer van een syndicus hangt terecht een zeker prijskaartje. Als we de trends in huisvesting mogen geloven, zullen er meer appartementen bijkomen dan er huizen worden gebouwd.

Het aantal eigenaars dat met anderen een flatgebouw deelt, gaat in stijgende lijn. Dat vraagt ook om meer gemotiveerde syndici die voor de verenigingen van mede-eigenaars (VME’s) de appartementsgebouwen op een kwalitatieve manier beheren. En daar wringt het al enige tijd.

Syndicus is stilaan een knelpuntberoep geworden. De oorzaken daarvan moeten we in feite aan 2 kanten zoeken. De syndicus werkt ook ’s avonds en in het weekend, wat het voor velen een minder aantrekkelijk beroep maakt. Naast het technische beheer dat uit zijn voegen barst, komen er geregeld ook extra taken bij voor de syndicus. Zo is sinds 2018 de GDPR van toepassing op VME’s. Deze verordening geldt voor alle ondernemingen en organisaties die persoonsgegevens van natuurlijke personen bijhouden en verwerken. Het is aan de syndicus om dat voor de VME in orde te brengen. Daardoor zijn er heel wat inspanningen en administratieve formaliteiten nodig. Een complexe opdracht voor de syndicus om de opgelegde verplichtingen in de praktijk te brengen wat zijn verantwoordelijkheid zal verzwaren en zorgt voor extra kosten.

Bij dat laatste knelt het schoentje. Al deze extra verplichtingen opgelegd door de overheid vallen niet onder de standaardbeheersvergoeding. Het is niet meer dan redelijk dat die extra kosten aan de VME’s worden aangerekend. Dat zorgt geregeld voor tegenwind van de mede-eigenaars. Onterecht naar onze mening, want het is wel degelijk de VME die aan de wetgeving moet voldoen en het is de verantwoordelijkheid van de syndicus om ervoor te zorgen dat de VME feilloos aan de opgelegde verplichtingen voldoet. De wet bepaalt nergens dat deze taken gratis dienen te gebeuren.

Tegenover een kwalitatieve dienstverlening door de syndicus waarop de mede-eigenaars rekenen, moet een waardig ereloon staan. Maar dat valt nu meestal te laag uit (toch zeker in verhouding tot wat in onze buurlanden de norm is), wat wijst op een structureel probleem. Steeds minder mensen kiezen dan ook voor het beroep van syndicus omdat het doorgaans hard werk is dat bovendien te weinig betaald wordt. Mede-eigenaars laten ook vaker hun ondankbaarheid en ongenoegen blijken. Dat alles werkt niet bepaald motiverend om nieuwe gedreven syndici en/of personeel aan te trekken.

Het is hoog tijd dat we het tij doen keren en het beroep van syndicus weer aantrekkelijker maken. Daarvoor zijn dringend enkele mentaliteitswijzigingen nodig. Ik roep de mede-eigenaars alvast op om ermee op te houden stelselmatig de goedkoopste syndicus te kiezen. “If you pay peanuts, you get monkeys”, dat geldt ook voor het beheer van mede-eigendommen. VME’s moeten beseffen dat aan kwaliteitsvol beheer een zeker prijskaartje hangt. Wie niet bereid is dat te betalen, kan geen kwaliteit eisen en krijgt meestal geen kwaliteit met alle gevolgen van dien. Wat ook slecht is voor het imago van het beroep, zijn syndici die onder de prijs gaan om het beheer van appartementsgebouwen binnen te halen. Dat draait meestal slecht uit. Daardoor verdienen ze onvoldoende, wat dan weer leidt tot slecht beheer en wanpraktijken. De syndici mogen niet aarzelen om voor hun dienstverlening op niveau een correcte vergoeding aan te rekenen.

De Unie van Syndici (UVS) gaat zelfs nog een stapje verder en pleit ervoor dat syndici voor grote werken in het kader van technisch beheer een percentage van de kostprijs zouden mogen vragen voor de opvolging en oplevering ervan, zoals dat in Frankrijk het geval is.

INFO

Met het Salon van de Medeeigendom - in Brussels Expo - doen we al het mogelijke om het imago en het beroep van syndicus te verbeteren. Als syndicus én als medeeigenaar kun je er gratis terecht met al je juridische en technische problemen! 
www.salonvandemedeeigendom.be


Onze blogs

DELEN


 



Oude liften, jong erfgoed