Overslaan naar inhoud


Collectieve laadinfrastructuur in appartementsgebouwen: de standaardkeuze voor syndici

Waarom een collectieve start de beste oplossing is 
De overstap naar elektrische mobiliteit is volop bezig. In appartementsgebouwen groeit de vraag naar laadinfrastructuur, en syndici staan voor de taak om een duurzame en efficiënte oplossing te implementeren. De enige werkbare aanpak op lange termijn is een collectieve installatie, waarbij alle laadstations op een gedeelde infrastructuur worden aangesloten. 

Dit zorgt voor een veilige, schaalbare en kostefficiënte oplossing. In dit artikel lichten we toe waarom een collectieve aanpak altijd de voorkeur geniet en hoe syndici zich hierop kunnen voorbereiden. 

Wat houdt een collectieve start in? 
Bij een collectieve installatie wordt een gedeeld elektrisch netwerk voorzien achter de (een) gemeenschappelijke teller van het gebouw. Bewoners die een laadpunt nodig hebben, sluiten hun individuele laadstation rechtstreeks aan op deze infrastructuur. Dit voorkomt versnipperde installaties, conflicten over beschikbare stroomcapaciteit en maakt het technische en administratief beheer een pak eenvoudiger.

 

Vier redenen waarom een collectieve installatie de juiste keuze is

  • Wettelijke richtlijnen en verplichtingen 
    In Brussel is een collectieve installatie verplicht vanaf drie parkeerplaatsen. In Vlaanderen is dat (nog) niet het geval, maar Fluvius raadt het sterk aan vanaf drie parkeerplaatsen. De wetgeving evolueert en wordt strenger. Door nu collectief te starten, voorkom je dat je later een bestaande installatie moet aanpassen aan nieuwe verplichtingen. Een bijkomend voordeel: alleen bij een collectieve aanpak kan een centrale noodstop worden voorzien – wettelijk verplicht in parkeergarages.
  • Eenvoudig uit te breiden 
    Een collectieve installatie groeit mee met de noden van de bewoners. Zodra de basisinfrastructuur er ligt, kan elke eigenaar zonder grote technische ingrepen een laadpunt laten installeren. Zonder extra breek- of bekabelingswerken. Dankzij slimme laadstations die vanop afstand beheerd worden, kunnen bovendien software-updates en optimalisaties uitgevoerd worden zonder fysieke ingrepen.
  • Efficiënter energiebeheer en veiligheid 
    Bij een collectieve installatie kan load balancing het beschikbare vermogen efficiënt verdelen. De stroomvoorziening van het gebouw krijgt voorrang; de resterende capaciteit gaat naar het laden van voertuigen. Zo vermijd je overbelasting en laden bewoners toch aan het maximaal mogelijke vermogen. De centrale noodstop kan alle laadpunten in één beweging uitschakelen in geval van brand of storing. Dit is een belangrijke veiligheidsmaatregel die complex en zeer duur kan zijn bij individuele installaties.
  • Meerwaarde voor het gebouw 
    Een gebouw met een goed uitgeruste laadinfrastructuur is aantrekkelijker voor zowel huidige als toekomstige bewoners. Kandidaten bij de aankoop of huur van een appartement houden steeds vaker rekening met de mogelijkheid om thuis te laden. Een collectieve installatie biedt hen die zekerheid en verhoogt de waarde van het vastgoed. 


Hoe bereid je je als syndicus voor? 
De eerste stap is een grondige analyse van het elektriciteitsnetwerk van het gebouw. Hoeveel vrije capaciteit is er? Wat is de maximale belasting die het gebouw aankan? Hoeveel voertuigen kunnen tegelijk laden? Informeer je niet alleen over de installatie maar ook over de opvolging nadien. Hoe gebeurt de terugbetaling van het stroomverbruik aan de VME? Hoeveel administratie komt daarbij kijken? En wie biedt ondersteuning bij vragen of storingen? Daarnaast is het belangrijk om bewoners goed te informeren. Vaak zijn er bezorgdheden over kosten, veiligheid of technische haalbaarheid. Een transparante communicatie en een duidelijk stappenplan helpen om iedereen mee te krijgen. Tot slot is een samenwerking met de juiste partners cruciaal. Een gespecialiseerde installateur die ervaring heeft met collectieve laadinfrastructuur zorgt ervoor dat alles correct en volgens de regelgeving wordt uitgevoerd. 

Kies sowieso voor een installateur met het label “Charge Point Operator” (CPO) die niet alleen de installatie maar ook het beheer van je laadstations kan doen. 


Besluit 
Een collectieve laadinfrastructuur is vandaag de enige realistische keuze voor appartementsgebouwen. Het voldoet aan de wetgeving, maakt uitbreidingen eenvoudig, zorgt voor een veilig energiebeheer en verhoogt de waarde van het pand. Voor syndici betekent dit minder administratieve en technische zorgen op lange termijn Zo leg je vandaag een stevig fundament voor een gebouw dat klaar is voor de mobiliteit van morgen.


Waanzinnige case study in Lier: hoe laadpalen een juridische nachtmerrie werden 

In een Lierse VME, goed voor 99 appartementen (verdeeld over 9 VME’s) en 48 eengezinswoningen en 18 individuele garageboxen , groeit de behoefte aan laadpalen. Maar in de ondergrondse parkeergarage met 276 plaatsen en 18 individuele garageboxen  mondt dat uit in chaos en juridische onzekerheid. 

Een bewoner installeerde in 2021 eigenhandig een laadpunt op zijn parkeerplaats, zonder wettelijk verplichte procedure of veiligheidsmaatregelen. De syndicus greep niet in. Een latere risicoanalyse door Vinçotte toonde ernstige tekortkomingen aan, maar er gebeurde niets. 

Een collectieve oplossing werd voorgesteld (kostprijs: ruim 1 miljoen euro), maar stuitte op een gebrek aan interesse. Sinds de wetswijziging in 2018 mag nu elke mede-eigenaar zijn eigen laadpaal installeren, wat leidt tot een versnipperde, onveilige situatie. Bijkomend probleem: het AREI stelt andere eisen aan collectieve dan aan individuele installaties — dus twee buren (in de parkeergarage)  met laadpalen kunnen onder totaal verschillende regels vallen. 

De situatie in deze VME is symptomatisch voor het gebrek aan uniforme regelgeving in Vlaanderen. In Brussel is een collectieve aanpak verplicht, met een overgangsregeling voor bestaande installaties. Vlaanderen blijft achter. Zonder heldere regels dreigt elk ondergronds garageproject in Vlaanderen een Kafkaiaanse puzzel te worden, waarbij veiligheid op het spel staat.

 

Het standpunt van UVS: 
een collectieve aanpak of Kafkaiaanse toestanden

De enige structurele en veilige oplossing voor situaties zoals deze is het installeren van een collectieve elektrische installatie, gevoed vanuit één of meerdere gemeenschappelijke tellers, waarbij de volledige parkeergarage onderworpen wordt aan uniforme veiligheidsvoorschriften.

Vandaag is het dossier verstrengeld geraakt in een kluwen van versnipperde bevoegdheden, ongelijke regels en individuele belangen, met als gevolg een ondergrondse garage waarin eigenaars met exact dezelfde risico’s aan volledig verschillende verplichtingen onderworpen zijn — enkel op basis van hun type eigendom.

Zonder duidelijke, afdwingbare en uniforme regelgeving dreigt dit uit te monden in een Kafkaiaanse situatie, waarin eigenaars, syndici en brandveiligheidsexperts verdwalen in juridische grijze zones en risico’s op incidenten toenemen. In Brussel heeft men dat intussen begrepen: daar geldt een duidelijk kader, waarbij collectieve laadinfrastructuur verplicht is en bestaande individuele installaties slechts tijdelijk worden gedoogd — tot een nieuwe aanvraag binnenkomt. Dan moeten de individuele systemen plaatsmaken voor een gecoördineerde, veilige en duurzame oplossing.

Brussel toont op dit vlak het beste beleid tot nu toe. Vlaanderen hinkt achterop. Zonder ingrijpen of minstens een verplichte minimumregeling zoals in Brussel, zullen dergelijke projecten blijven vastlopen op onduidelijkheid, stilstand en toenemend veiligheidsrisico.

Hoog tijd dat Vlaanderen wakker wordt.



Info

Tom Hennes 
CEO, Go Watts 
Arthur de Coninckstraat 5 - bus 1 
3070 Kortenberg 

hello@gowatts.be 
www.gowatts.be

Onze blogs


De buitencontractuele aansprakelijkheid van de VME anno 2025