Asbest in mede-eigendom, een gedeelde verantwoordelijkheid

De asbestinventaris

BELGIË KOPLOPER…

Pas twee decennia geleden (2001) werd het gebruik van asbest in België finaal verboden. In de jaren ’60 en ’70 was België wereldwijd één van de grootste importeurs van ruwe asbestvezel. Het gros van onze gebouwen stamt bovendien uit de asbestperiode. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat anno 2020 nog heel veel asbest aanwezig is.

Uit cijfers van de OVAM blijkt in Vlaanderen de kans op aanwezigheid van asbest voor bouwjaren 2000 vaak meer dan 90%. Ruim 2,3 miljoen ton aan asbesthoudende materialen zouden nog aanwezig zijn in Vlaamse gebouwen. In het Brusselse gewest wordt het passief aan asbest in gebouwen op 0,4 miljoen ton geraamd. Voor het Waals Gewest zijn geen cijfers bekend.

Waar zit asbest in appartementsgebouwen?

Hoogbouw kende in het bijzonder een wijd gebruik aan asbesttoepassingen, vaak omwille van brandveiligheid. Naast hittebestendigheid maakten de andere unieke eigenschappen van het vermeende wondermiddel asbest dat het overal in en rondom het gebouw en de installaties kan voorkomen. Daken gevelbekleding, allerlei binnenbekledingen zoals bvb vinyl vloertegels, schachten en buizen, leidingisolatie, pleisterwerk, metaalcoatings en technische installaties zijn typische plaatsen waar vaak asbest wordt aangetroffen.

ASBESTREGELGEVING IN BELGIË?

De belangrijkste asbestregelgeving zit enerzijds vervat in de federale arbeidswetgeving en anderzijds in de respectievelijke gewestelijke milieuregelgevingen. Titel 3 van boek VI van de federale Codex voor het welzijn op het werk bevat de regelgeving om werknemers te beschermen tegen blootstellingrisico’s aan asbest. Het legt elke Belgische werkgever diverse plichten op, zoals het beschikken over een asbestinventaris. De Vlaamse milieuregelgeving bevat de bepalingen om alle burgers en het leefmilieu te beschermen tegen asbestrisico’s.

Het Brusselse gewest kent een milieuvergunnings- en asbestinventarisplicht voor asbestverwijderingswerken. De Vlaamse Overheid streeft met de wijzigingen in de wetgeving naar een versnelde afbouw van risicovolle asbesthoudende materialen:

  • tegen 2034 moeten de meest eenvoudig bereikbare risicovolle asbesttoepassingen, zijnde niet-hechtgebonden asbesttoepassingen en asbestcementen buitenschiltoepassingen, worden verwijderd
  • tegen 2040 dienen alle andere asbestproducten die in slechte staat zijn, verwijderd te worden

In Wallonië is evenzeer een milieuvergunning vereist voor asbestverwijderingswerken.

ASBESTINVENTARIS IN HET GEVAL VAN MEDE-EIGENDOM?

Wat is verplicht?

Enkel indien de VME als werkgever werknemers in dienst heeft voor werkzaamheden in het gebouw is de aanwezigheid van een asbestinventaris momenteel verplicht. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn indien de syndicus, een conciërge of technieker in loondienst is aangesteld door de VME. Deze Codex-verplichting geldt voor alle bouwjaren.

Wat indien in opdracht van de VME of syndicus externe werknemers onderhouds- of renovatiewerken uitvoeren in het gebouw? In dit geval heeft de externe werkgever (bv. aannemer, poetsbedrijf, …) de plicht voorafgaandelijk een asbestinventaris op te maken vanuit een aansprakelijkheid om zijn werknemers te beschermen tegen blootstellingsrisico’s aan asbest. Enkel zelfstandige professionelen kennen deze plicht niet. Bij werken aan asbest heeft een werkgever de bijkomende plicht voorafgaand aan werken een risicoanalyse en werkplan op te maken en over de noodzakelijke opleidingsattesten of erkenning te beschikken. Dit alles maakt onderdeel uit van de werkvoorbereiding en is dus een vaste kost die verrekend zit in de factuur die de VME betaald.

Tot op heden vormt het geen verplichting voor particulieren of verhuurders om over een asbestinventaris te beschikken. Maar daar komt voor Vlaanderen verandering in (zie Asbestinventarisattest).

Voor de uitvoering van asbestverwijdering bestaat in de Vlaamse milieuregelgeving geen meldings- of vergunningsplicht voor de bouwheer. In Brussel of Wallonië zal de syndicus hiervoor wel vaak een specifieke milieuvergunning moeten aanvragen voor asbestverwijdering in gemeenschappelijke delen, alhoewel deze administratieve taken meestal door de erkende saneerder zelf uitgevoerd worden.

Het Brusselse gewest kent in haar gewestelijke milieuregelgeving een specifieke asbestinventarisatieplicht (Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 april 2008 (BS 18/06/2008) betreffende de voorwaarden die van toepassing zijn op de werven voor de verwijdering en de inkapseling van asbest) gekoppeld aan de milieuvergunningsplicht voor (grote) asbestverwijderingswerken, in volgende gevallen:

  • Afbraak van een gebouw of een kunstwerk met een brutooppervlakte van meer dan 500 m²
  • Verbouwing van een oppervlakte van meer dan 500 m² van een gebouw of een kunstwerk.

Dit besluit stelt ook dat de inventaris moet worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de asbestbeheerder, m.a.w. de houder van het zakelijk recht op het gebouw waar de activiteit zich afspeelt (eigenaar, …).

Gebouwen van na 30 september 1998 vallen niet meer onder deze verplichtingen. De syndicus moet de asbestinventaris steeds ondertekenen.

Het Waals gewest kent een gelijkaardige milieuvergunnings- of meldingsplicht naargelang het type asbestverwijderingswerken. Ook hier dient de aanvrager van de milieuvergunning voor asbestverwijdering te zorgen voor de aanwezigheid van een asbestinventaris in het aanvraagdossier. In het Waals Gewest is er echter geen vaste model van asbestinventaris verplicht.

«Tout employeur dresse un inventaire de la totalité d’amiante et de tous les matériaux contenant de l’amiante. Le titre 3 du livre VI du code du bien-être au travail explique ce qui doit être repris dans l’inventaire d’amiante, de quelle manière dresser l’inventaire et comment l’actualiser. Son utilisation est également expliquée. Les travaux ne peuvent débuter sans cet inventaire.»

De aanvraag gebeurt bij de gemeente en de indien eisen kunnen onderling tussen de gemeenten verschillen.

Voordelen voor de syndicus

Vermits onderhouds- en renovatiewerken in mede-eigendommen legio zijn, zowel voor private als gemeenschappelijke delen, zou een gemiddelde appartementsgebouw al vele malen voorwerp moeten geweest zijn van een externe asbestinventarisatie. Het is voor een opdrachtgevende syndicus verstandig externe contractanten steeds naar de asbestinventaris te vragen. Onzorgvuldig uitgevoerde werken aan asbest veroorzaken immers nadien ook een achterblijvend risico voor de bewoners zelf!

Nog veel verstandiger is om als syndicus zelf te zorgen dat minimaal voor de gemeenschappelijke delen steeds een actuele asbestinventaris beschikbaar én raadpleegbaar is. Vanuit preventie en een algemene zorgplicht wil niemand dat sluimerende asbestrisico’s onopgemerkt blijven met gezondheidsrisico’s voor de bewoners als gevolg.

Dankzij een actuele asbestinventaris weet de VME waar zich asbest bevindt en worden risicosituaties gedetecteerd om aan te pakken. Bijkomend voordeel is dat voorafgaand aan onderhoudsof renovatiewerken elke externe werkgever zich kan beroepen op de aanwezige asbestinventaris en deze kost niet meer hoeft aan te rekenen.

Tot slot is het als syndicus aangewezen tussentijds en vooral na uitvoering een visuele controle uit te (laten) voeren op het correcte verloop en de correcte oplevering van de werken.

Wie kan een asbestinventaris opmaken?

De federale Codex legt hierin (helaas) geen beperkingen op. Er bestaat dus geen erkenning voor de opmaak van asbestinventarissen. In de praktijk specialiseerden erkende asbestlabo’s en milieustudiebureau ’s zich in de opmaak van asbestinventarissen. De syndicus kan een dergelijk partij contracteren voor het opmaken of jaarlijks evalueren van de asbestinventaris van de gemeenschappelijke delen. Wat bijkomend interessant kan zijn voor de syndicus, is het voorzien van een ondersteuning en bijstand op afroep bij offertevragen, opvolging van renovatiewerken of bij asbestincidenten (zie verder).

INFORMATIEPLICHT VAN DE SYNDICUS?

Het herkennen en beoordelen van de vele verschillende asbesttoepassingen vergt veel expertise en ervaring. Zelden beschikken syndici of vastgoedmakelaars over deze expertise.

De informatieplicht van een syndicus reikt maar tot de grenzen van zijn mogelijkheden. Het is dus verstandig bij verkoop beschikbare informatie te delen maar bij het ontbreken ervan zich te onthouden van verklaringen over de vermeende aan- of afwezigheid van asbest in het vastgoed. Geïnteresseerde kopers informeren over de kans op aanwezigheid van asbest bij bouwjaren ouder dan 2001 vormt uiteraard geen probleem.

WAT BRENGT DE TOEKOMST: HET VLAAMSE ASBESTINVENTARISATTEST

In navolging van de goedkeuring van het Vlaamse Actieplan Asbestafbouw (2018) zal elke eigenaar van een zogeheten “toegankelijke constructie met risicobouwjaar (<2001)” vanaf 2022 bij verkoop over een asbestinventarisattest moeten beschikken. Tegen 2032 zal elke eigenaar over een asbestinventarisattest moeten beschikken. Elke private eigenaar van een appartement of studio zal dus in voormelde gevallen over een asbestinventarisattest moeten beschikken. Voor de gemeenschappelijke delen heeft de VME een afzonderlijk asbestinventarisattest nodig. Hiervoor zal een overgangsperiode voorzien worden. Verhuurders in het bezit van een asbestinventarisattest zullen verplicht een kopie moeten bezorgen aan de huurder.

Een asbestinventarisattest wordt afgeleverd door de OVAM en bestaat uit een volledig asbestinventarisrapport. Enkel gecertificeerde asbestdeskundigen zullen deze asbestinventarissen mogen opmaken volgens een standaard inspectieprotocol van de OVAM. In se zal het Vlaamse asbestinventarisattest voor werkgevers evenzeer bruikbaar zijn als (niet-destructieve) door de Codex verplichte asbestinventaris.

EERSTE HULP BIJ ASBESTINCIDENTEN

Doet zich in het gebouw een acuut asbestgevaar voor, dan is een kordaat optreden essentieel. Beschikken over een intern draaiboek met o.a. contactgegevens is dan geen overbodige luxe. Ook ondersteuning en bijstand op afroep van een asbestdeskundige kan de syndicus de nodige ontzorging bieden. De eerste zorg is het verder vrijkomen en verspreiden van asbestvezels te voorkomen en blootstelling van bewoners of derden te vermijden.

Asbestvezels verspreiden zich via luchtstroming (natuurlijke of gestuurde ventilatie) of via materieel, kledij en schoeisel. Om dit te vermijden moet de asbestbron snel afgedekt (ingekapseld) of gefixeerd worden en verspreiding via luchtstromingen of passage vermeden worden. De asbestdeskundig kan de syndicus advies geven over de juiste (risico)beheersmaatregelen. Onzorgvuldig handelen door externe werknemers kan gemeld worden aan de externe directies van de toezichthoudende overheid FOD WASO. Daarnaast kunnen ook gewestelijke of lokale milieutoezichthouders handhaven op inbreuken op de gewestelijke milieuregelgeving, ongeacht of de veroorzaker werknemer is of niet.

In het kort voor de syndicus in Vlaanderen

  • opdrachten/werken door personeel in loondienst in VME: verplichte asbestinventaris
  • opdrachten/werken door externe werkgevers in VME: voorlopig geen asbestinventaris
  • opdrachten/werken door externe zelfstandigen in VME: voorlopig geen asbestinventaris

TIPS:

  • vraag aan externe contractanten telkens een kopie van hun asbestinventaris 
  • laat een asbestinventaris opmaken van de algemene delen zodat je die telkens kan doorgeven aan externe contractanten, kwestie van de facturatiekost onder controle te houden.

In het kort voor de syndicus in Regio Brussel

  • zelfde regeling als in Vlaanderen 
  • verplichte asbestinventaris volgens model Brussel Leefmilieu bij asbestsaneringswerken of bij sloop of verbouwing van oppervlakte >500 m²

In het kort voor de syndicus in Wallonië

  • zelfde regeling als in Vlaanderen.

INFO

Dhr Chris Loyens
OVAM - Team Asbest
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
T 015 28 44 98
E asbest@ovam.be
W www.ovam.be

Dhr Bernard Hermans
Technical Director 
a-ULaB
Rue Auguste Piccard 48
6041 Gosselies
T 0471 38 51 45
E beh@a-ulab.com
W www.a-ulab.com


Labels
Onze blogs

DELEN


 



De AV gaat niet door wegens Coronavirus ? Quid met belangrijke beslissingen van de VME ?